Behandeling A
Behandeling A bestaat uit hooggedoseerde chemotherapie; één kuur cyclofosfamide gevolgd door stamceloogst. Daarna twee kuren CTC (een combinatie van drie middelen chemotherapie) en teruggave van de stamcellen.Voor de toediening van de hoge dosis cyclofosfamide moet ik twee nachten in het ziekenhuis blijven, voor de stamceloogst ca. 3 nachten en voor de toediening van de hoog gedoseerde CTC vier nachten per keer.
Cyclofosfamide kuur voor stamcelmobilisatie
Wanneer er doorgegaan wordt met de experimentele behandeling begint deze met een cyclofosfamide kuur. Hiervoor wordt ik gedurende 2 nachten opgenomen in het ziekenhuis. Via een infuus krijg ik cyclofosfamide toegediend en middelen die beschermen tegen specifieke bijwerkingen zoals misselijkheid, overgeven en blaasontstekingen. De belangrijskste andere bijwerkingen van deze kuur zijn haaruitval, slijmvliesbeschadiging (zweertjes in de mond, pijn bij slikken) en remming van het beenmerg. Ten gevolge van dit laatste daalt het aantal witte bloedcellen tijdelijk, waardoor de kans op infecties groter wordt.Na onslag uit het ziekenhuis na 2 nachten begin ik thuis met dagelijkse injecties met G-CSF (Neupogen of Zarzio). Hierdoor verschijnen er veel stamcellen in het bloed die na ongeveer 10 dagen 'geoogst' kunnen worden. Over het algemeen duurt het oogsten van de stamcellen drie dagen. Gedurende de totale duur van de leucaferese procedure (stamceloogst) wordt ik in het ziekenhuis opgenomen. Nadat er voldoende stamcellen zijn geoogst wordt ongeveer 1,5 week later begonnen met de CTC-kuren.
CTC
De behandeling met CTC moet in het ziekenhuis plaatsvinden en de opname hiervoor duurt meestal vier nachten. Het ziekenhuisverblijf is noodzakelijk omdat tegelijk met de drie medicamenten een blaasbeschermend middel moet worden toegediend dat gedurende 24 uur per infuus moet inlopen. Als de infusen klaar zijn, kan ik weer naar huis. Twee dagen later kom ik op de afdeling terug om de perifere stamcellen terug te ontvangen. Dit gebeurt via een infuus en lijkt op een bloedtransfusie. De behandeling met CTC wordt na drie weken op dezelfde wijze herhaald.Bijwerkingen bestaan uit misselijkheid en braken, maar de belangrijkste bijwerking is beenmergonderdrukking. Om deze reden moeten de stamcellen worden gemobiliseerd en teruggegeven en na de stancelteruggaaf duurt het doorgaans een week of twee voordat er weer voldoende witte bloedcellen en bloedplaatjes door het eigen beenmerg worden aangemaakt. In deze periode zijn bloedtransfusies en bloedplaatjestransfusies noodzakelijk en moeten antibiotica worden gebruikt om infecties uit keel- en darmflora zo veel mogelijk te voorkomen. De meeste patiënten zijn in deze periode erg moe en hebben geen zin om dingen te ondernemen. Bovendien moeten er veel bezoeken aan de polikliniek of dagbehandeling worden gebracht.
Ten gevolge van deze behandeling kan ook een nier-, lever- of blaasbeschadiging optreden. De misselijkheid van de hoge dosis alkylerende chemotherapie zal worden bestreden met krachtige antimisselijkheidsmiddelen.